L6 L6.10

Speel de volgende oefening zowel Rechts als Links om op je instrument  Audio Houd ook hier de structuur:   steeds voor ogen…

3 tegen 4 of 4 tegen 3 die je net gezien hebt in 4.15.7 Dit kun je ook als volgt benaderen: De onderliggende structuur t.o.v. de Puls is dus:   

Voordat we hier mee verder gaan, zullen we eerst nog even terug komen op:   De KWART-TRIOOL die ontstaan is uit de achtste triool…   De HALVE-TRIOOL is weer ontstaat uit de kwart triool…   Ook bij de halve triool ontstaat weer een ritmische structuur t.o.v. de Puls,   namelijk:   

Je hebt net de vertraging van het ritme ten opzichte van de Puls gezien… Nu zie je een versnelling t.o.v. de Puls als halve noot 3 tegen 4:  Audio Hier zie je dan een ritmische structuur van 3 tegen 4 of 4 tegen 3 ontstaan: 

Zoals gezegd ontstaan er t.o.v. de Puls vaak versnellingen of vertragingenzoals in Module 2.13 is uitgelegd.   Hier is een vertraging t.o.v. de Puls als kwart noot:   Als je dit notenbeeld ziet zeg je 3 tegen 4 in een 4/4 maat. Audio Echter:   Let nu op de stippellijn…! Als je het speelt in een 3/4 maat klinkt weer 2 tegen 3 !   De conclusie

Of in een tweedelige maatsoort als Rock met ghost notes:   Audio

Op Slagwerk kun je 2 tegen 3 op velerlei manieren toepassen. Zowel in ‘n tweedelige als ook in ’n driedelige maatsoort. Bijvoorbeeld in een Blues:  Audio

Als oefenmateriaal kun je de onderstaande ‘etude’ studeren:   Deze oefening is bedoelt voor 2 handen die je apart/onafhankelijk van elkaar kunt oefenen…  Audio

Deze onderliggende structuur is:    Speel deze een tijdje achter elkaar Verdeel dan je handen over 2 verschillende klanken Audio Draai dan de handzetting om en speel ze andersom: Houd deze structuur, dit voorbeeld, steeds voor ogen… dan is het makkelijk toe te passen op je instrument. Audio

In Module 4.12 heb je kennis gemaakt met de meest voorkomende   Anti-metrische figuren.   In de uitvoering van deze figuren ontstaan t.o.v. van de Puls vaak versnellingen of vertragingen   Zie Module 2.13 Zo ontstaan nieuwe onderliggende structuren.    Een eenvoudig voorbeeld hiervan is 2 tegen 3 of 3 tegen 2   Hier zie je dit op